Uncategorized
Vleesverlangen

Vleesverlangen

Mijn relatie met vlees is een beetje een vreemde. Op de één of andere manier ben ik er niet trots op, er zit iets dubbels in. Want aan de ene kant hou ik enorm van dieren. Hoewel ik niet zoveel met kippen heb, vind ik ze heel schattig. Die bolle lijfjes op superdunne pootjes, die ‘random’ blik met dat schichtig rondkijkende koppie. Koeien vind ik lief. Die trouw kijkende ogen, de rust die ze uitstralen. En varkens vind is geweldige dieren. Ze zijn superslim, enorm sociaal en ik kan me wel vinden in hun onverzadigbare drang om alles wat los en vast zit op te vreten (en als je Chris P. Bacon volgt, hoef ik al helemaal niks te zeggen… the cutest).

Tegelijkertijd ben ik zo’n type dat – ondanks mijn liefde ervoor – bovenstaande dieren wel opeet. Ik ben verre van een allround meatgirl, hoor (ik eet het vrijwel alleen met het avondeten, lang niet elke dag en ik vermijd zachte vleesproducten als filet american, broodbeleg, bijna alle worsten, kluifvlees en alle vormen van spek), maar ik kan wel écht genieten van een lekker biefstukje, een kwaliteitshamburger van goed vlees die je nu in elke hipstertent vindt, of een ambachtelijk kroketje. En dat eet ik allemaal met een kop-in-het-zand-steek-mentaliteit. Het is niet het coolste om van mezelf te zeggen, zo in het openbaar, maar het is nu eenmaal zo. En ik vind dat ik dat onderhand maar weer eens onder ogen moet komen.

CONFESSIONS: VAN VEGETARIËR TERUG NAAR VLEESLIEFHEBBER. WHAT HAPPENED?!

‘Wéér’, ja. Want het zal je misschien verbazen, maar ik ben van mijn 18e tot mijn 25e vegetariër geweest. 11 jaar geleden besloot ik te stoppen met vleeseten. Cold turkey, door een ervaring die grote indruk op me maakte. Ik was net aan mijn opleiding Social Work begonnen en ik zat in de bus naar school. Midden op de snelweg kwam de bus in een stilstaande file terecht, precies naast een slachtwagen vol met varkens. Ik keek uit mijn raam en ik zag minutenlang bange koppies, en snuitjes die smachtend naar buiten reikten, naar het kleine straaltje daglicht dat misschien wel het eerste was dat ze ooit hadden gezien. Soms hoorde ik een bange schreeuw. En dat kwam keihard binnen bij me. Ik probeerde mijn tranen te bedwingen, maar ze stroomden stiekem over mijn wangen. Op dat moment besefte dat ik niet meer aan de vleesindustrie wilde meewerken. Het stond zó haaks op mijn principes (goed zijn voor elk levend wezen en het laatste wat ik wilde, is een levend wezen pijn doen, of het leven ontnemen), dat ik het roer omgooide. Ik bande vlees uit mijn leven en dat voelde onwijs goed. Mijn omgeving reageerde overigens uitsluitend positief, iets dat ik niet had verwacht.

7 jaar lang heb ik geen enkel stukje vlees gegeten. Soms miste ik het, maar ik had het ervoor over. Ik weet niet precies wat er gebeurde, maar enkele jaren geleden begon ik weer nieuwsgierig te raken naar vlees. Ik denk dat het te maken heeft met mijn studententijd. Ik ging op mezelf wonen, weg van mijn broertje. Hij was de enige vegetariër die ik kende en daarmee mijn medevegetariër en houvast (hij is nog steeds vegetariër, overigens. Al 13 jaar). Bovendien ging ik losser leven, meer experimenteren en de vele eetdates en vette-happen-na-het-stappen maakten dat ik steeds gemakkelijker ging denken. Op een gegeven moment dacht ik steeds vaker na over hoe een broodje kroket ook alweer proefde. Of een goede biefstuk. Mijn nieuwsgierigheid groeide met de dag – en mijn onverschilligheid ook (ook naar kleding trouwens, ik ging meer kopen en raakte een beetje modeverslaafd). Op een gegeven moment hield ik het niet meer, ik was té nieuwsgierig en dacht “fuck it”. En toen at ik mijn eerste broodje kroket sinds 7 jaar. MÁN, wat smaakte dat goed. Zo goed, dat ik ook een rookworst uitprobeerde. En een malse biefstuk. En nog een broodje kroket. Het hek was van de dam.

Tot op de dag van vandaag eet ik weer vlees. Het is erin geslopen, zo erg dat ik er op een gegeven moment niet eens meer over nadacht. Toch ben ik het afgelopen halfjaar weer bewuster gaan nadenken over mijn vleesconsumptie, mede door mijn groeiende liefde voor idealistischer en duurzamer leven. Tegenwoordig eet ik grotendeels biologisch vlees. En als ik heel eerlijk ben, baal ik van dat eerste broodje kroket. Ik weet hoe hypocriet het klinkt, want ik weet ook wel dat ik er zelf bij was en als ik het niet had gewild, ik sterk had moeten zijn. En dat ik blijkbaar niet zó’n dierenliefhebber ben als ik zou willen, omdat ik ze anders simpelweg niet op zou eten.

Ik voel me steeds slechter over mijn vleesgedrag. Ik kan namelijk niet goed voor mezelf rechtlullen waarom ik dieren eet en dat vind ik vreemd. Ja, ik vind vlees gewoon lekker. Maar dat vind ik (voor mezefl) een verdomd slechte reden om het leven van een dier te nemen. Ik heb het niet nodig. Ik wil niet dat dieren voor mij lijden of sterven. En toch werk ik eraan mee. Wat zegt dat over mij?


12347721_1114390275250324_6414375219437530061_n

DE DOCUMENTAIRE ‘VLEESVERLANGEN’

Afgelopen donderdag keek ik met mijn vriend naar Vleesverlangen. In deze documentaire gaat Marijn Frank (televisiemaakster en zelfbenoemde vleesjunk) op zoek naar hoe diep haar liefde voor vlees eigenlijk gaat, en gaat ze haar ultieme confrontatie aan door zichzelf de opdracht te geven om zelf een koe te doden en te slachten. Ik zag hoe ze in de documentaire worstelde met dubbele gevoelens en associaties: als ze zag hoe een koe werd gedood, voelde ze zich verdrietig en at ze even geen vlees meer. En als ze sprak met gemotiveerde vleesverwerkers, at ze wel vlees. En oh, wat was dit herkenbaar. Ook ik kan na zielige beelden (die overigens niet slechts ‘zielige beelden’ zijn, maar de keiharde werkelijkheid, dat moeten we niet vergeten!) even helemaal van mijn apropos zijn. Niet snappen waar-the-fuck het fout is gegaan in de mensheid en mezelf voor mijn stomme kop slaan dat ik aan dergelijke praktijken meewerk.

 

vleesverlangen

WAAR JE AAN BIJDRAAGT, MOET JE ONDER OGEN KUNNEN KOMEN, VIND IK.

En daar zat ik dan, donderdagavond, met knikkende knietjes op de bank. Van de voorstukjes wist ik dat ze zelf een koe zou gaan doden (of in ieder geval verdoven) en om mezelf recht in de spiegel aan te kunnen kijken, vond ik dat ik móest kijken. Ook op de moeilijke stukjes, onder het mom van “weet waar je aan bijdraagt”. Toen de koe in de docu dood moest, maakte ik – om zo min mogelijk te hoeven zien (oké, het was een beetje valsspelen) – een kijkdoos met een piepklein gaatje van mijn handen en keek er met tranen in mijn ogen door mijn oogwimpers heen. Ik vond dat ik het móest zien; het was tenslotte waar ik aan bijdraag. En dat moet je onder ogen kunnen komen, vind ik. Achteraf had ik het erover met mijn vriend. Ik vind hem veel congruenter in zijn gedrag dan mezelf en daar heb ik bewondering voor. Hij eet vlees, bewust, en kan ernaar kijken als het dier wordt geslacht. Hij zou het zelfs zelf een keer willen doen, omdat hij dat goed vindt: als je vlees eet, moet je eigenlijk ook zelf het dier kunnen slachten, of er in ieder geval naar kunnen kijken. Alleen dan ben je écht integer bezig. Ik vind dat hij gelijk heeft. En ik voel me extra dubbel over mezelf.

Het onderwerp houdt me bezig. Ik snap niet goed hoe mijn hoofd werkt: ik wil het goede doen, maar ik doe iets dat ik slecht vind en ik voel me er vervolgens rot over, maar ik pas mijn gedrag maar weinig aan. Alsof het een verslaving is, maar dat kan toch niet…? Ik zit er weer aan te denken om vegetariër te worden, of in ieder geval meer flexitariër dan ik nu ben. Nu weet ik ook wel dat de dieren niks aan al dat gedenk hebben, zonder dat ik overga op actie. Maar ik beloof bij deze plechtig dat ik ook op actie zal overgaan. En ik vind dat we onszelf continu bewust hebben te houden van wat er speelt. Weten waar je aan bijdraagt is zó belangrijk! We (niet iedereen, dat weet ik heus wel, maar ik generaliseer even voor het gemak) sluiten graag onze ogen voor wat ons niet aan staat. We (ik ook!) zien dieren graag als producten, omdat het de emotie verdringt. Maar dat lapje vlees is een levend dier geweest dat misschien wel een verschrikkelijk leven heeft gehad en doodangsten heeft uitgestaan. Ik zeg niet dat je geen vlees kunt eten als je van dieren houdt. Dat moet ieder voor zich weten, en ik zal er anderen nooit om veroordelen. Maar ik vind het wél belangrijk dat we ons bewust zijn van de consequenties als we ergens voor kiezen. Dat geldt voor fast fashion, maar ook voor food – en álles. Ik hou je op de hoogte van mijn vleesverlangen… en ik ben benieuwd waar het heen gaat!

______

De beste sustainable fashion inspiratie in je inbox?

Schrijf je in voor de gratis WSS newsletter en ontvang elke twee weken het laatste nieuws uit de duurzame modewereld, inspirerende merken, kritische blikken op de kledingindustrie, brand guides, kortingscodes en ander moois. Gewoon lekker makkelijk in je mailbox 🙂