Marokko reisverslag 2 – (de omgeving van) Tinghir
Welkom bij het tweede deel van mijn Marokko reisverslag! In mijn vorige artikel heb ik je meegenomen naar Marrakesh, waar we vier nachten verbleven. Na deze ohohoh-zo-mooie stad zijn we verder het land in getrokken. Met een huurauto, want Marokko is perfect op eigen houtje te verkennen: de wegen zijn van hele goede kwaliteit (lokale avontuurlijke Indiana Jones landweggetjes daargelaten – maar ook die zijn nog steeds te doen). Over het algemeen is het heel, heel rustig op de weg en alle plaatsen staan duidelijk aangegeven op borden langs de weg. En hoewel het soms een enorme chaos kan zijn in de steden, rijden de mensen er over het algemeen niet als malloten. Brandstof is niet duur, ten tijde van ons bezoek (september 2016) betaalden we gemiddeld 8,6 dirham per liter diesel (= € 0,80). In totaal hebben we omgerekend € 70,- voor alle reiskilometers door het hele land betaald. Netjes, toch?
Onze eerste rit was van Marrakesh naar Tinghir, een stad iets verder naar het oosten van het land. Als je ook deze reis gaat maken, vertrek dan op tijd. Inclusief stops (en geloof me, alle fotogenieke plekjes dwingen je daartoe!) doe je minimaal 8 uur over de rit en aangezien hotels niet altijd even gemakkelijk te vinden zijn, wil je het liefst voor het donker arriveren. De omgeving van Tinghir is werkelijk PRACH-TIG; ik heb er de meeste wauwmomenten van de hele reis beleefd. Even voor je beleving (al zeggen de beelden genoeg, denk ik), denk: uitgestrekte rotsformaties, berberdorpen in een rozebruine bouwstijl, palmoases, en momenten waarop je – in tegenstelling tot in Marrakesh – soms echt even het alleen-op-de-wereld-gevoel ervaart. Geweldig vond ik het het daar, zo fotogeniek! Bij deze wil ik alvast mijn excuses aanbieden voor de foto-overload, ik kon écht niet kiezen.
Een auto huren in Marokko
Voor de mensen die ook overwegen om zo’n reis te maken: even wat praktische info. Wij huurden onze auto, een Dacia Logan (betaalbaar en prettig) bij Europcar. In Marrakesh hebben we hem opgepikt en in Fez brachten we hem weer terug. Perfect! Het huren ging helaas niet zonder slag of stoot; we kregen zelfs de auto bijna niet mee (het grootste vakantiestressmoment). Wil je wél een vlekkeloze start? Lees het volgende dan even goed door:
• Zorg ervoor dat je een creditcard (die heb je nodig voor de borg) hebt die op naam staat van degene die je als bestuurder hebt opgegeven. Bij ons was dit niet het geval, en eigenlijk mag je dan überhaupt geen auto huren. Tenzij je de creditcardhouder als extra bijrijder laat registeren, voor omgerekend € 80,- (I know, au). Dan moet die bijrijder overigens wel zijn of haar rijbewijs bij zich hebben voor de registratie, ook al is hij / zij helemaal niet van plan om te gaan rijden.
• Voor de slimmerds onder ons is dit overbodige info, maar zorg er alsjeblíeft voor dat de pincode van je creditcard goed in je hoofd zit. Je creditcard moet namelijk ter plekke geverifieerd worden voor de borg en geen code = geen auto. Deze slimmerik was haar code vergeten door de stress. Niet aan te raden.
• Ter plekke probeert men je vaak een extra verzekering aan te smeren. Die zijn erg duur, helemaal vergeleken met de all-risk autoverzekering die je van tevoren ook in Nederland kunt afsluiten. Weiger dit vriendelijk en laat je niet overtuigen dat je die extra verzekering écht nodig hebt. Je kunt afgezet worden, wees alert.
Maar goed. Áls je dan eenmaal je auto hebt, kan het avontuur beginnen. Ik vond deze route één groot genot om te rijden. De landschappen worden op een gegeven moment bijna hypnotiserend mooi, je bent vaak alleen op de weg en de steile zigzagwegen voeren je dwars door berberdorpen en een Rocky Mountains-achtige scenery.
Politiecontroles: rijd niet te hard (en ding af op je boete)!
Een beetje sneu: halverwege de eerste dag kregen we een boete voor te hard rijden, we reden 68 km/u waar de max. 60 km/u was. De politie controleert namelijk op heel veel plekken (vaak op een kruispunt aan het begin of eind van een dorp of stad, bijna in elke woonplaats) op snelheid en vracht. Een agent met zo’n portable flitsapparaat hield ons aan. De schade was 300 dirham (ongeveer € 30,-). Mijn vriend zei meteen: “Nou, dat vind ik best wel veel geld. Kun je daar iets aan doen?” Nou, dat kon. Na deze ene vraag werd de boete meteen verlaagd naar 150 dirham. Just like that! Dus mocht je van de weg geplukt worden: probeer altijd iets te regelen om het bedrag te verlagen, blijf aardig, glimlach en haal je sociale trukendoos uit de kast. Dat doet meneer de zakkenvullende agent ook 😉
Aït Ben Haddou
(Yunkai uit Game of Thrones)
Op ongeveer 1/3 van deze tocht vind je Aït Ben Haddou: een prachtig, historisch berberstadje dat op een heuvel is gebouwd. De stad is al prachtig op zich, maar het krijgt extra beleving mee door de herkenning die menig Game of Thrones liefhebber er zal hebben. Aït Ben Haddou is namelijk Yunkai uit Games of Thrones, zo leuk! Helaas waren wij door autohuur-gate een beetje achter op schema komen te liggen. Daardoor bleef ons bezoek aan Aït Ben Haddou slechts bij een minifotostop op afstand. Mocht je echter wat ruimer in je tijd zitten, is het misschien leuk om er een uurtje rond te lopen. En ik denk dat het er magisch is met de lichtval van de zonsondergang.
De laatste stralen van de felle, laaghangende zon zorgen voor een prachtige geeloranje waas over de blokkerige berberdorpen die je tegenkomt van Skoura naar Tinghir. Het contrast met de donkere schaduwen was… magic 🙂
Ons verblijf:
Hotel Tomboctou
We hebben 3 nachten doorgebracht in Tinghir (zodat we in ieder geval 2 volle dagen in de omgeving hadden) in Hotel Tomboctou. We waren er goed over te spreken: na ons zwembadloze verblijf in Marrakesh was een frisse ijskoude duik zeer gewenst! En, ook niet geheel onbelangrijk op vakantie: soms moet je even je rustmomentjes pakken. Het hotel is gelegen in een oude Kasbah (het verdedigbare deel van de medina: vaak een groot, massief gebouw – een klein fort – waar vroeger het dorpshoofd woonde), een mooi gebouw. Een prima hotel voor een verblijf in deze streek. En een goed ontbijt (buiten de deur ontbijten raad ik over het algemeen niet aan in Marokko) incluis.
To visit: de Todrakloof
(Todgha Gorge)
Vlakbij Tinghir ligt de Todra kloof: een smalle wandeldoorgang tussen hoge (tot wel 300m hoog) rotsformaties. De Todra, een riviertje, loopt er doorheen en je kunt er mooi wandelen en foto’s maken. Ik vond de hoge rotsen en de lichtval heel mooi en ik raad je zeker aan om er een bezoek aan te brengen. Parkeren kost er 5 dirham (= € 0,50), verder is de toegang vrij. Op zich kun je er uit de voeten met elke vorm van schoeisel, maar mijn vriend ik waren wel héél blij met onze Teva’s! Want terwijl de rest van de bezoekers op het saaie weggetje moest blijven om de kloof door te lopen, konden wij gaan en staan waar we wilden en lekker door het verkoelende water banjeren. En op een plek waar de thermometer 37 graden aanslaat, is dat héél welkom, kan ik je vertellen. Na deze beleving hebben we onze Teva’s zo ongeveer de rest van de vakantie aangehouden – function-before-fashion for the win! Ik ben schoenen nog nooit zo dankbaar geweest. Dus mocht je hierheen gaan: zorg dat je waterbestendig superschoeisel bij je hebt. En genoeg water en iets te eten, want dat is er niet in de buurt te vinden.
Aanschouw:
de vele palmoases (wauw!)
Deze streek staat bekend om de vele palmoases. En terecht, want ze zijn echt prachtig! Ik vond het zo speciaal om te zien hoe tussen de enorme dorre, rotsachtige panorama’s hele stroken groen opdoemden, vaak op laaggelegen plekken. Omdat de grond er vruchtbaar is, zijn ze vaak omsloten door vele berberdorpen, met hun prachtige bouwstijl in dezelfde rozebruinige kleur als de rotsen. Bij Tinghir ligt een hele lange groene strook (zie boven), van wel 12 kilometer lang. Een lust voor het oog, echt. We hebben veel door deze omgeving rondgereden (op de GPS), puur en alleen om ‘m in ons op te nemen.
Tinghir zelf:
niet zo interessant
In tegenstelling tot de omgeving vonden we Tinghir zelf niet zo interessant. Wel voelde deze plek meer als ‘het echte Marokko’ dan Marrakesh, omdat we er vrijwel geen toeristen hebben gezien en we er een minder commercieel gevoel kregen. Dat had wel tot gevolg dat veel mensen er geen engels konden. Nu kwam ik een eind met mijn zes jaar middelbare schoolfrans, maar mocht je geen woordje frans spreken: spijker van tevoren nog even je basics bij met een taal-app (leer wat de food basics zijn en hoe je dingen bestelt en afrekent, leer tellen, leer de weg vragen, etc.).
En dan zit je ineens met je domme hoofd in een carpet scam
Ik kan je één ding zeggen: wantrouw iedereen die je wil helpen, hoe graag je ook wilt geloven dat mensen het goede met je voor hebben. Door heel Marokko vind je mensen die je willen helpen met het vinden van een parkeerplekje of het vinden van de weg, mensen die je vertellen dat één bepaald winkeltje wél oprecht is en “local prices” hanteert ten opzichte van andere winkeltjes (yeah, right), mensen die je ontvangen met thee, hun zogenaamde vakmanschap laten zien (en je vertellen dat hun kleden de enige echte zijn), vervolgens tientallen kleden uitrollen en je bijna dwingen om er één of twee te kopen, voordat ze je weer laten gaan. Ook wij zijn op slinkse wijze in de fuik van een carpet scam geleid, hoewel ik me er op dat moment zelfs redelijk bewust van was (ja, dat kan. Het gebeurt zo slim, dat je bijna niet terug kunt zonder boos te worden en je beleefdheid kan je parten spelen). Het was heel vervelend en zelfs een beetje eng; een rotervaring, die de rest van je reis blijft hangen in wantrouwen naar iedereen toe. Vertel mensen ook niet zomaar waar je verblijft of waar je heen gaat (het lijkt een open deur, maar in de praktijk zijn dat toch dingen die je er sneller uitfloept dan je wilt). Ik sta graag open voor nieuwe mensen en ervaringen, maar tijdens het verloop van deze reis ben ik steeds gereserveerder geworden. Marokko kent vele warme, gastvrije, behulpzame, nette mensen, maar als toerist ben je helaas een gemakkelijk target. Wees je daar bewust van.
Food: niet zo spectaculair
We hebben ons dieet in Tinghir een beetje geminimaliseerd, vaak vanwege het gebrek aan aanbod. Gelukkig was het ontbijt bij het hotel goed en uitgebreid. We hadden het nodig, want verder leefden we overdag vooral van droog brood (al-tijd weer datzelfde brood, overal, meer was vaak niet te vinden binnen ons straatje) en druiven. Mijn drie avonddiners bestonden uit:
• Een chicken tajine in ons hotel toen we na aankomst kapot waren en geen zin hadden om nog naar een eettentje (die überhaupt vrij schaars zijn in Tinghir) te zoeken, die onverwachts héél lekker bleek.
• Een tajine bij Cafe Central, die we ook erg lekker vonden.
• De oogstrelende delicatesse van rechtsboven kregen we voorgeschoteld toen na wat handen- en voetenwerk bij een lokaal half-op-straat-eenttentje, dat vol zat met Marokkaanse mannen. Het was ‘eten wat de pot schaft’ voor 20 dirham p.p., en wij dachten: “laten we het proberen, kom maar op!” Dat bleek semi-slijmerige koeienpoot te zijn, met linzen en bonen en (wéér) zo’n Marokkaans brood. De bonen en de linzen kreeg ik naar binnen; de koeienpoot bleek niet helemaal voor mij bestemd.
Na 3 nachten zijn we vanuit Tinghir verder doorgereden naar Merzouga (met onderweg wat onverwachte ontmoetingen met wilde kamelen!), dat aan het begin van de Erg Chebbi woestijn ligt. We hebben er een nachtje in een berberkamp in de woestijn rondom Merzouga doorgebracht (zie artikel). Daarna zijn we doorgereden naar het stralend blauwe Chefchaouen (zie artikel). Onze reis eindigde in Fez (zie artikel).