Hoe het coronavirus de mode-industrie (en vooral kledingwerkers) kapot maakt
Het zijn roerige tijden. Het coronavirus legde in korte tijd het complete systeem plat en ook de kledingindustrie heeft in slechts weken tijd een flinke klap gekregen. De gevolgen van het virus zijn in de hele keten te voelen, van merken tot fabrieken. En de impact is niet mild, vooral voor een groep waar je niks over hoort in de media: de mensen die onze kleding maken. Wat zijn precies de gevolgen en moeten we ons zorgen maken?
Fashion Weeks en modeshows worden afgelast, retailers sluiten (tijdelijk) hun deuren en consumenten kopen minder; door het coronavirus hebben merken het zwaar.
Voor kledingmerken is de impact van het coronavirus – naast zorgen over gezondheid en besmetting – groot. Zo worden complete Fashion Weeks en collectiepresentaties afgelast. Dat is zonde van alle voorbereidingen, maar tegelijkertijd ook wel weer interessant: ontwerpers moeten nu ineens creatief nadenken en op een andere manier hun producten showcasen. Zo presenteerde Gergio Armani zijn AW 2020 show in een publiekloze runwayshow via een livestream op de website. En fashion zou fashion niet zijn als de uitbraak van het virus niet voor nieuwe hypes zou zorgen. ‘Corona fashion’ is een feit: luxe mondkapjes van Chanel en andere designermerken die bewijzen dat je veilig én super fashionable je coronatijd kunt doorkomen.
Economisch gezien is dit natuurlijk het topje van de ijsberg. Retailers en fysieke winkels van merken sluiten met bosjes, om besmetting te komen en omdat mensen toch niet meer fysiek winkelen. Ook de webshops kregen een flinke klap (op sommige sectoren en grote spelers na). Logisch: mensen zijn momenteel erg onzeker over hun toekomst en dan geef je je budget eerder uit aan voedsel dan luxeproducten die eigenlijk helemaal niet zo van levensbelang zijn (en mooie les in tevredenheid, lieve consumenten?). Gelukkig begint inmiddels de gewenning toe te slaan en worden er toch weer wat online bestellingen geplaatst.
Hoe spannend deze tijd ook is, de Westerse wereld heeft gelukkig een grote zorg- en financiële buffer. Met ons komt het voorlopig wel goed. Maar geldt niet voor de rest van de keten, daar hoor je niemand over.
De impact van het coronavirus op fabrieken en kledingwerkers is enorm. En het einde is nog lang niet in zicht.
Al die ontwikkelingen hier zorgen voor een gevaarlijk domino-effect aan de andere kant van de wereld, waar onze (fast fashion) kleding wordt gemaakt door mensen die er in de basis al niet goed voor staan. Als winkels hun deuren tijdelijk moeten sluiten, doen retailers geen nabestellingen meer bij merken. En aangezien de consument ook nog zijn hand op de knip houdt, hebben merken weinig inkomsten. De merken cancellen vervolgens hun productie-orders bij hun suppliers. Daarnaast is er een groeiend tekort aan grondstoffen, omdat ook deze industrieën wereldwijd steeds meer stilliggen. Bovendien heerst er ook in de productielanden bezorgdheid over de volksgezondheid en de verspreiding van het COVID-19 virus. Het gevolg: veel fabrieken dreigen momenteel (tijdelijk) te sluiten of zijn al gesloten. En het einde is nog lang niet in zicht.
Dat is een keiharde klap voor kledingwerkers. Vanwege hun lage lonen, slechte omstandigheden en vaak geen recht op een vakbond, leeft een groot deel van hen (we hebben het hier over miljoenen mensen) al onder de lokale armoedegrens en kan nauwelijks in zijn/haar basisbehoeften voorzien. Bovendien krijgen ze betaald voor het werk dat ze op een dag hebben verricht. Geen werk? Geen loon. Als een fabriek sluit, ook al is het tijdelijk, krijgen kledingwerkers vaak niet betaald en volgens Clean Clothes Campaign begint dit een steeds groter en schrijnender probleem te worden. Vooral in landen als Cambodja en Myanmar, waar kledingwerkers hun salaris momenteel niet betaald krijgen. In Myanmar horen arbeiders ontslagvergoeding te krijgen als de fabriekssluiting langer dan drie maanden duurt. Deze vergoeding bedraagt een half maandsalaris per jaar in dienst – op zich een goede regeling. Maar aangezien de kledingindustrie van Myanmar pas de afgelopen paar jaren op gang is gekomen, houden deze mensen vaak vrijwel niets over. In Cambodja verliezen waarschijnlijk tienduizenden kledingwerkers hun baan als de grondstofsituatie niet verbetert. Velen van hen hebben al financiële schulden en bevinden zich nu in een positie waarin ze deze niet meer kunnen afbetalen. Volgens Clean Clothes hebben velen van hen het land van hun familie in bewaring gegeven en dat loopt nu gevaar.
Clean Clothes Campaign: “Modemerken moeten hun verantwoordelijkheid pakken en de kledingwerkers van fabrieken betalen tijdens gedwongen verlof”.
Clean Clothes roept merken dan ook op om hun verantwoordelijkheid te pakken. Tenslotte hebben zij met hun ‘rat race to the bottom’ een onmogelijk systeem gecreëerd dat mensen zo uitbuit dat ze nooit een financiële buffer hebben kunnen opbouwen. Merken hebben de lage lonen altijd gebruikt om zelf meer winst te maken en ik ben het ermee eens: het is van levensbelang voor deze mensen, die al aan de rand van de afgrond hangen, dat wij ze er niet in laten vallen.
Op de website van Clean Clothes staat hoe merken dit kunnen doen. De globale strekking: werknemers moeten thuis kunnen blijven tot de situatie onder controle is en merken moeten zorgen dat ze in deze periode hun volledige loon ontvangen. Daar zijn ze niet officieel verplicht toe, maar het is – als je een beetje logisch nadenkt – wel hun morele verantwoordelijkheid. Ze moeten zorgen dat de kledingarbeiders die hun winst mogelijk hebben gemaakt, de financiële lasten van de industrie niet hoeven dragen tijdens deze pandemie.
De vraag is natuurlijk of dat gebeurt. In een tijd waarin iedereen financiële klappen krijgt en focust op z’n eigen overlevingsstrategie, zullen merken die toch al weinig hart voor de keten hebben, niet ineens een groot hart tonen. Maar als ik íets heb geleerd in deze tijd, is het dat nood wet breekt. Dat er ook allerlei prachtige initiatieven ontstaan waar je het niet verwacht. En dat een radicale verandering ineens wél mogelijk is, omdat we ineens snappen wat er écht toe doet. Een mooie les voor velen. Hopelijk ook voor fast fashion.
Bronnen
Clean Clothes Campaign, Vogue NL