Als duurzamere (‘duurzame’ zonder ‘re’ erachter klinkt zo als een statement, terwijl ik ook nog aan het uitzoeken ben) modefan krijg ik vaak de vraag waar je in vrédesnaam allemaal op kunt letten bij het kopen van een kledingstuk. Tsja. Zelf vind ik dat altijd een moeilijke vraag, want er zijn zoveel punten waar je kritisch naar kunt kijken, dat ik me soms afvraag hoe ver we hebben te gaan voordat het nou goed is. Waar de gewone consument alleen kijkt of hij iets moois vindt, of hij het kan betalen, of het van goede kwaliteit is en of hij het vaak genoeg gaat dragen, ligt het voor de duurzame modefan een tikkie ingewikkelder. Die hecht óók veel waarde aan hoe het product tot stand is gekomen, of het van duurzame of natuurlijke materialen is gemaakt, of er gelukkige mensen aan hebben gewerkt en wat de impact is op het milieu. Ik heb de meest genoemde ethische mode-afwegingen voor je op een rij gezet. Hopelijk helpt het je bij het maken van een keuze!
1.
Eerlijke arbeidsomstandigheden
Over arbeidsomstandigheden in de kledingwereld wordt steeds meer bekend. Om goed de keuze te kunnen maken om hier wel of niet op te letten, is het goed om je te bedenken dat elk kledingstuk (ook schoeisel) anno 2016 nog steeds met de hand wordt gemaakt. Ja, echt. En bij vele ketens, zoals H&M en Zara, wordt de kleding nog steeds zelfs door kinderhandjes in elkaar gezet, of door vrouwen die onder barre omstandigheden dagen van 18 uur maken (en dan niet 4 dagen in de week, maar élke dag). En dan moet je je bedenken dat deze mensen nog steeds te weinig geld betaald krijgen om zichzelf en hun kinderen te voeden. Als je dit belangrijk vindt, kun je je afvragen of het kledingstuk kinder- en dwangarbeidvrij is, of de kledingwerkers (zowel in de grondstoffenbewerking als de textielwerkers) een eerlijk loon krijgen en over veilige arbeidsomstandigheden beschikken.
Hoe kom je erachter?
Om dit probleem tegen te gaan en de consument een keurmerk te bieden voor eerlijke kleding, is de Fair Wear Foundation opgericht. Elk merk dat er lid van is, bewijst dat het voldoet aan de strenge criteria die worden gesteld voor eerlijke kledingproductie: veilige omstandigheden, goede lonen, geen kinderarbeid, enzovoorts (eigenlijk wat het Convenant Duurzame Kleding en Textiel beoogt om ooit te bereiken, maar dan al wél echt waargemaakt). Hier kun je de lijst met merken bekijken die lid zijn. (dit betekent overigens niet dat merken die hier níet lid van zijn, niet eerlijk produceren).
Ik zou er niet te stellig van uit gaan, maar vaak zegt het ook al wat als een merk in de westerse wereld (waar arbeidseisen vaak hoger zijn) produceert. Denk aan het eerlijke Nanushka en Diarte, maar ook Ace & Tate, waarmee ik onlangs een mailconversatie had (mij werd verteld dat al hun brillen verantwoord worden geproduceerd in Italië). En ook American Apparel produceert lokaal in L.A. (en noemt zichzelf sindskort “sweatshop free”). Weet je niet zeker of jouw lievelingsmerk eerlijk produceert? Stuur ze gewoon even een mailtje; ik weet dat steeds meer mensen merken mailen voor achtergrondinformatie over de producten.
2.
Biologische materialen
(geen chemicaliën)
Ook kun je je afvragen of het kledingstuk is gemaakt van natuurlijke materialen. Ik zie daar – met de kennis die ik nu heb – twee gradaties in:
1) Is het materiaal natuurlijk? (bijvoorbeeld: katoen, linnen, zijde, wol, etc.)
2) Is het materiaal natuurlijk tot stand gekomen (een geheel biologisch proces)?
En over dat laatste wil ik nu graag focussen. De één noemt het ‘biologisch’, de ander heeft het over ‘organic’, maar uiteindelijk bedoelen ze allemaal hetzelfde: materialen van natuurlijke komaf, die op natuurlijke wijze tot stand zijn gekomen. Dat betekent dat er geen chemicaliën zijn gebruikt in het gehele proces. En dat scheelt héél veel slechte rotzooi; zo wordt voor één t-shirt 250 gram katoen gebruikt en 150 gram aan pure chemicaliën en pesticiden. Bovendien staan 7 van de top-15 pesticiden voor de katoenindustrie bekend als mogelijk kankerverwekkend. Dit heeft niet alleen invloed op ons lichaam (het kan zelfs irritaties en eczeem geven en het ademt minder dan natuurlijke materialen), maar de productie helpt ook de lokale bevolking, flora en fauna compleet naar de mallemoeren. Chemicaliën zijn bad boys, die wij liever niet dagelijks direct zouden willen inademen – dus waarom vinden we het oké als we anderen daar wel mee opzadelen?
Gelukkig rukt biologische katoen snel op. Je vindt het onder andere bij de Conscious lijn van H&M, maar ook bij specifieke items van Hema en C&A en ik weet dat Monki, Weekday en Cheap Monday steeds meer jeans maken van biologisch katoen. Ook bij Geitenwollenshirts, Miss Green, People Tree, Kings of Indigo en Mud Jeans kun je terecht voor (uitsluitend) biologisch katoen, al vind ik dat ik het idealistische karakter van deze mooie merken tenietdoe als ik ze alleen onder het haakje ‘biologisch’ ophang.
Mocht je nou zeggen: “Pfoe, bah. Vanaf nu wil ik alleen nog maar biologische kleding dragen. Hoe check ik dat?”, dan kun je erop letten of het item of het merk biologisch gecertificeerd is. Er zijn meerdere keurmerken, maar verreweg de bekendste is GOTS (Global Organic Textile Standard). Merken die GOTS-gecertificeerd zijn, vermelden dit meestal trots bij het ‘about’-gedeelte op hun website. En mocht je ergens ‘organic’ tegenkomen, maar het nergens kunnen vinden: mail het merk.
(meer weten over biologische kleding? Ik schreef er eerder een artikel over!)
3.
Milieu-impact productie
Hoewel ik het bij het vorige punt al heb gehad over milieu-impact (namelijk – de invloed van chemicaliën op het milieu), is dat niet alles. Er zijn nog veel meer factoren die impact hebben op het milieu, waarvan waterverbruik het meest wordt genoemd. Het waterverbruik in de mode-industrie is namelijk B-I-Z-A-R (ja, met hoofdletters) – en dan met name in de katoensector. Om een kilo katoen te telen is ongeveer 10.000 liter water nodig. Reken voor een katoenen t-shirt op 2.500 liter per t-shirt (!) en voor een jeans moet je zo’n 7000 liter rekenen. Dat kan tot watertekorten voor de lokale bevolking en zelfs bodemaantasting leiden.
Het schijnt dat de biologische katoenteelt al minder water verbruikt, maar op dit gebied schijnt het nóg beter te zijn als we kiezen voor het steeds groter wordende scala aan minder verbruikende alternatieven. Zo wordt er steeds meer geëxperimenteerd met hennep (zoals Hempje doet), bamboe (zoals Underprotection), linnen (zoals Reformation veel doet) en het nieuwe Tencel (dat ik sinds dit jaar heel veel tegenkom, onder andere bij H&M Conscious, Filippa K en Acne, maar ook bij allerlei reguliere, minder ‘fair’ merken)). Stuk voor stuk heeft de productie ervan een veel lagere impact op het milieu.
Milieu-impact transport
Ik wil transport nog even als een apart puntje aanstippen, omdat het een aparte beweegreden voor iemand kan zijn om voor een merk of product te kiezen. Want zoals we allemaal wel weten, wordt katoen (en daarnaast veel andere grondstoffen) niet in Nederland verbouwd, maar vaak aan de andere kant van de wereld. En veel mensen vergeten dat een kledingstuk wel verantwoord en biologisch in elkaar gezet kan zijn in India of China, maar het nog steeds enorm veel transportkilometers maakt – en ook nog met sterk vervuilende vliegtuigen. De hoeveelheid Co2 die het transport van katoen gemiddeld uitstoot, is 10 kilo CO2 per kilo katoen. En ja, dat is véél.
Je kunt er dus rekening mee houden hoeveel kilometers een product heeft gereisd om bij jou thuis te belanden. Dit is misschien een wat abstracter punt, maar je zou kunnen zeggen: “hoe lokaler, hoe beter”. Ook dit kun je meestal, vooral bij wat kleinere merken, gewoon per mail vragen.
4.
Vegan / gebruik van leer
Dierenliefhebbers buigen zich daarnaast vaak over een ander punt: is het product diervriendelijk of stand gekomen? Of is het vegan (= wanneer er geen dieren aan te pas zijn gekomen, in geen enkel opzicht)? De redenen waarom dierenliefhebbers daar zo’n behoefte aan hebben, lijkt me logisch.
Ik zie de laatste tijd dat vegan merken flink in opmars zijn. Zo is het vegan tassen (en sindskort ook schoenen!)merk Matt & Nat héél lekker bezig met producten die van PU-leer en gerecyclede PET-flessen zijn gemaakt. Psst: en ik kan je alvast vertellen dat er de komende tijd een fantastische vegan schoenencollectie aankomt (ik heb deze namelijk al mogen aanschouwen bij de Modefabriek; denk: muiltjes, brogues, sneakers en zelfs heels! Oh, yes!)… Ook de Nederlandse Denise Roobol verkoopt prachtige vegan tassen. En kijk voor schoenen eens bij Good Guys, Veja, Doctor Martens en ook Vagabond lanceerde deze zomer zijn eerste vegan schoenencollectie. Of je koopt bewust bij een merk als Real Fake, dat producten maakt van biologisch katoen, maar in imago een stellig statement maakt tegen dierenleed.
Wil je niet veganistisch door het leven gaan, maar wel rekening houden met dierenwelzijn (en dus alleen maar gebruikt leer dragen)? De keuze in merken is vrij beperkt, maar Pelechecoco is erin geslaagd om awesome jasjes en tassen te maken van restleer. Aanrader!
En dan zijn er ook nog de mensen die wel gewoon leer willen kopen, maar het belangrijk vinden dat dieren het goed hebben gehad en dat er in het verwerkingsproces geen chemicaliën zijn gebruikt (en op basis van productie dus ‘biologisch’ leer willen dragen). Dan kun je voor mooie tassen terecht bij My O My (bekend van onder andere de My Paper Bag). Ook Lost Property Of London en O My Bag staan bekend om hun eerlijk en biologisch geproduceerde tassen van eco-leather, al is er bij mij niks bekend over de leefomstandigheden van de dieren.
5.
Tweedehands
Tot nu toe heb ik het alleen over nieuwe kleding gehad. Maar als je écht je mondiale voetafdruk en je consumptiegedrag wilt beperken, kun je er natuurlijk voor kiezen om uitsluitend, of in ieder geval meer, tweedehands te kopen. Loop een plaatselijke kringloopwinkel binnen, speur Marktplaats, United Wardrobe of Vestiaire Collective af, duik de kast van je oma of je moeder in, organiseer een kledingswapparty met je vriendinnen, ga naar de IJ-hallen of een willekeurige vrijmarkt, of loop net als ik regelmatig naar binnen bij Episode, waar spullen misschien wat duurder zijn voor vintage, maar waar je wel hele mooie pareltjes (Levi’s jeans!) kunt scoren. En het scheelt ook nog eens geld. F.Y.I.: Zipper heeft onlangs de grootste tweedehands warehouse geopend op de NDSM-werf in Amsterdam Noord (250m2 en meer dan 3000 kilo aan tweedehands kleding! Whoohoo!), dat is misschien ook wel de moeite waard om eens naartoe te gaan! Maar ook winkels Doortje Vintage en Froufrous verkopen tweedehands pareltjes.
Recycling & remaking
Ook zie ik dat steeds meer kleding wordt gerecycled of geüpcycled. Een duurzame gedachte, want oude items die niemand meer wil, wordt met een kleine aanpassing nieuw leven ingeblazen. Zo doen Asos Reclaimed Vintage, Milk It en Episode aan ‘remaking’: van restpartijen van stoffen wordt nieuwe kleding gemaakt, of oude modellen (zoals je nu veel ziet bij de Levi’s 501 jeans) worden aangepast, zodat het weer interessant wordt voor de consument van nu.
Ook maken merken steeds meer gebruik van gerecyclede stoffen, zoals H&M Conscious Exclusive in de laatste lijn gebruik maakte van gerecycled plastic en denim. Dick Moby maakt fantastische zonnebrillen van gerecycled plastic. En Freitag gebruikt – nog specifieker – ‘gewoon’ tweedehands autostoelriemen en fietsbanden voor zijn producten.
Het totaalpakket:
wie wil je supporten?
En als je de bovenstaande lijst hebt afgestreept, kun je jezelf ook nog afvragen of je het merk écht wilt steunen, ten opzichte van zijn concurrenten. Wat duidelijker uitgelegd: er zijn de laatste ontzettend veel nieuwe, wat kleinere idealistische merken bij gekomen. Kies je bij het kopen van een wit t-shirt voor een goedkoop exemplaar van H&M Conscious, waarmee je wel een duurzaam materiaal aanschaft, maar tegelijkertijd minder duurzaam moedermerk H&M óók spekt, of wil je de mooie idealen van kleine, opkomende nichespelers steunen? Kies je voor in Europa geproduceerde zonnebril van het inmiddels gevestigde Ace & Tate of voor een compleet gerecycled, nóg eerlijker exemplaar van het duurdere en kleinere Dick Moby?
EN HOE MAAK IK MIJN KEUZE?
Zo. Dat is een hele waslijst! Ongetwijfeld is hij niet compleet – zoals ik al zei: ook ik ben nog bezig met mijn zoektocht en ik leer elke dag. Maar na deze hele lap tekst ben je misschien wel benieuwd waar ík dan mijn aankoopkeuzes op baseer. Neem ik alle bovenstaande punten mee in overweging? Of slechts een paar? En welke hebben voor mij meer prioriteit dan andere? Denk ik er überhaupt bij elke aankoop over na?
Nou, je voelt hem waarschijnlijk al aankomen…: JA, túúrlijk denk ik er bij elke aankoop over na! Elke aankoop is voor mij een ethische overweging. Maar altijd zonder een perfecte uitkomst. Bij elk kledingstuk doe ik compromissen in enkele van bovenstaande punten – het liefst zo weinig mogelijk, maar het valt helaas niet te voorkomen. Bovendien is mijn beurs niet eeuwig toereikend én ik wil heus wel enkele concessies doen op stijl, maar tegelijkertijd wil ik me wel mooi, comfortabel en vooral “míj” blijven voelen in mijn kleding. En dat betekent dat ik niet altijd voor de meest idealistische keuze ga, omdat die voor mij soms te ver af staat van wat ik mooi vind.
Mijn kledingkeuzes zijn een wirwar van motivaties en afwegingen. Ik koop sommige jeans bij het idealistische, maar toch ook vrij casual Kings of Indigo, en onlangs heb ik een wat nettere suit pants gekocht in de sale bij Filippa K. Van vintage Levi’s word ik heel blij, aangezien tweedehands kleding qua impact nog steeds mijn voorkeur heeft. En hoewel ik er nooit iets koop, loop ik wel eens binnen bij American Apparel in (geproduceerd in LA en helemaal sweatshop free, maar niet biologisch). Ik heb tops van Nanushka die eerlijk en vrij lokaal zijn geproduceerd, en gemaakt van natuurlijke materialen, maar (voor zover ik weet) niet organic zijn. Mijn jas is van First of August en onder eerlijke omstandigheden in elkaar gezet. En ook nog in Europa, dus ook op het gebied van milieu-impact positief. Maar hij is gemaakt van polyester en dus niet zo natuurlijk. Toch werd ik verliefd op deze jas toen ik hem in de winkel zag (en dan ook écht smoorverliefd), bovendien vond ik nergens een soortgelijk model dat aan nog meer ethics-criteria voldeed. En dan maak ik een compromis in ethics, maar ik sta er wel helemaal achter. Ik bezit een linnen blouse, t-shirts van biologisch katoen en veel kledingstukken van Tencel, maar niet alleen maar. En de tweedehands jasjes en tops die ik heb, zijn dan weer zo synthetisch als de pest. Ik koop veganistische tassen van Matt & Nat, maar mijn sneakers van Veja zijn weer van leer.
Ik mag mezelf dan een duurzamere modefan noemen, maar ik maak continu compromissen en mijn koopgedrag is verre van perfect. Toch sta ik achter elke keuze die ik maak; of het nu héél duurzaam is of slechts één punten uit bovenstaande lijst aanstipt. Ik voel me er goed bij en zo houd ik het leefbaar voor mezelf. En toch is één criterium waar ál mijn kleding aan moet voldoen. Op dit moment staat het bovenaan mijn ethics-lijst: eerlijke productie. Ik vind het super – nee wacht: S-Ú-P-E-R – belangrijk dat een merk zijn werknemers een eerlijk loon geeft. Dat er geen kinderen aan mijn kleding hebben moeten werken. Dat de mensen die de grondstoffen verbouwen én die het in elkaar zetten, een goed leven verdienen. Daar trek ik nu mijn absolute grens. Daarnaast merk ik dat ik steeds meer tot organic aangetrokken word, al vind ik die markt nog te weinig toereikend in high-end fashionproducten.
Zo. Tot zover deze megapost. Knap dat je zo gemotiveerd bent gebleven om ‘m tot het einde te lezen 😉 En nu jij. Wat zijn dingen waar jij op let als je op het punt staat om een kledingstuk te kopen (los van of het voor jou een waardevolle toevoeging is aan je garderobe)?
_______
Fotocredits: Angela de Vlaming voor When Sara Smiles, in de winkel van Teym. Een prachtig idealistisch Nederlands kledingmerk.