Nieuws
5 jaar na Rana Plaza: hoe staat het ervoor?

5 jaar na Rana Plaza: hoe staat het ervoor?

Vandaag is het een belangrijke dag in de duurzame modewereld. Het is Fashion Revolution Day, een dag die in het leven is naar aanleiding van de ramp in Rana Plaza op 24 april (vandaag!) 2013, waarop meer dan 1000 kledingwerkers omkwamen en meer dan 2000 (zwaar)gewonden vielen toen een onveilige fabriek in Bangladesh neerstortte. Er ging een schok door de modewereld; hoe kon dit gebeuren? Velen zagen dit moment als dé wake-up call: dit kon zo niet langer, het systeem móest anders.

Kort erna werd het Bangladesh Akkoord getekend, dat de veiligheid in fabrieken (en indirect ook transparantie en andere arbeidsomstandigheden in de modewereld) flink moest verbeteren. Inmiddels zijn we vijf jaar verder. Time flies. Je zou zeggen dat er na zo’n ramp veel is veranderd in zo’n toch wel lange tijd. Is het tijd om het Jubileum Van Verandering te vieren, of om ons boos te maken op een systeem dat niet verandert?

 

 

Een opfrisser:
de Rana Plaza ramp
in het kort

Voordat ik daar antwoord op ga geven, wil ik even stil staan bij de ramp in Rana Plaza. Wat is er precies gebeurd en waarom is het zo belangrijk om hierbij stil te staan?

Op 24 april 2013 werd de modewereld opgeschrikt door een heftig nieuwsbericht: een grote textielfabriek in Bangladesh was ingestort. 1127 kwamen om het leven en 2000 mensen raakten (zwaar)gewond. Voornamelijk jonge vrouwen in de leeftijdscategorie van 20 tot 30 jaar.

Het was verreweg de grootste en dodelijkste ramp in de modewereld óóit. Op het moment van in instorting werkten er 5000(!) mensen in de fabriek, voor merken als Mango, Inditex (o.a. Zara, Bershka en Pull & Bear), Primark, Kappa, Benetton en C&A.

 

Als je denkt dat het niet erger kon:
de oorzaak van de ramp is een hele (HELE) kwalijke.

Een verschrikkelijke ramp, dat moge duidelijk zijn. Maar waar mijn oren écht van gingen klapperen, was de oorzaak. De instorting van het gebouw was namelijk een resultaat van jarenlange verwaarlozing van veiligheidsvoorschriften (en dus zeer onveilige arbeidsomstandigheden). Een dag voor de ramp werden er grote scheuren waargenomen in het gebouw. Hoewel de situatie als ‘levensgevaarlijk’ werd bestempeld, werken de kledingwerksters alsnog gedwongen om te komen werken. Plichtsverzuim betekende geen uitbetaling en een vakbond om werk te weigeren was er niet. En als je jouw kinderen al niet kunt voeden omdat je 5(!) keer minder dan een leefbaar loon verdient, dan ga je wel. Iedereen kwam opdagen. De rest is geschiedenis.

 

 

 

Na vijf jaar zijn de werkomstandigheden van de kledingwerkers verbeterd, maar niet hun leefomstandigheden.

Na de ramp ging er een schok door de modewereld. Dit mocht nooit meer gebeuren. Er werden plannen gemaakt om betere arbeidsomstandigheden en meer transparantie te eisen: het Bangladesh (veiligheids)akkoord. Kort gezegd is dit een grootschalige juridische overeenkomst die verbetering van de veiligheid in Bengaalse fabrieken belooft. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en op het gebied van brand- en bouwveiligheid is er gelukkig het één en ander verbeterd. De afgelopen jaren werden zo’n 2000 fabrieken gecontroleerd en volgens Schone Kleren is inmiddels 84% van de geïdentificeerde problemen opgelost. En dat is top. Maar niet alles is beter. Zo is vakbondsvrijheid amper verbeterd en zijn lonen er niet op vooruit gegaan.

Recent recent onderzoek laat zien dat de inkoopprijs van kleding uit Bangladesh met 13% is gedaald, de levertijden zijn met 8% gestegen en het besteedbaar inkomen van kledingwerkers is met 6% gedaald. En dat leidt tot extra werkdruk en extra lage lonen. Want wij willen nóg goedkopere kleding en de kledingwerker betaalt daar de prijs van. Het wettelijk minimumloon voor kledingwerkers in Bangladesh is momenteel omgerekend € 52,- per maand. Volgens vakbonden en NGO’s is € 368,- nodig om van rond te komen, wel zeven(!) keer zoveel dus, en dan is de landelijke munt ook nog in waarde gedaald, waardoor hun loon minder waard is geworden. Een onmogelijke squeeze. En wij maar doorkopen, hoe goedkoper, hoe beter, toch?

Ook de toegang tot een vakbond (waarvan het bestaan ervan de ramp in Rana Plaza misschien deels had kunnen voorkomen), is helaas nog steeds niet de norm. Sterker nog; de schendingen van vakbondsvrijheid zijn de afgelopen jaren zelfs met 10% toegenomen. Tientallen vakbondsleiders zitten tot op de dag van vandaag in de gevangenis, duizenden kledingwerksters werden ontslagen en tientallen aangeklaagd na een grote demonstratie voor hoger loon in 2016. Overlevenden van de ramp hebben overigens pas na twee jaar actief campagnevoeren een compensatie ontvangen. Bovengenoemde merken zagen zichzelf niet als medeverantwoordelijk en het duurde lang voordat ze over de brug kwamen.

 

“Eh… wow. En nu?”

Al met al klinkt het misschien een beetje negatief, maar toch zijn er gelukkig belangrijke dingen veranderd. Het onderwerp (arbeidsomstandigheden) is eindelijk op de kaart gekomen en steeds meer mensen en merken zien dat verandering écht noodzakelijk is. Waren het voorheen losse organisaties die zich inzetten voor verandering; nu wordt dat steeds meer sectorbreed en collectief gedaan. Dat voorspelt veel goeds voor de toekomst, al mag de stijgende lijn wat mij betreft wat steiler worden.

Onlangs is er een 2018 Transitie Akkoord opgezet (waarbij o.a. Schone Kleren betrokken is), dat voortbouwt op de successen die zijn behaald met betrekking tot bouw- en brandveiligheid. Ook wordt extra aandacht besteed aan het creëren van vakbondsvrijheid. Er wordt gewerkt aan een nationale verzekering voor slachtoffers en nabestaanden, zodat zij zich bovenop hun leed geen zorgen hoeven te maken over hun inkomen.

 

 

Werk aan de winkel, júist voor consumenten! Want zolang laaggeprijsde fast fashion onze norm blijft, delven kledingwerkers het onderspit.

Het moge duidelijk zijn: vijf jaar na de ramp in Rana Plaza moet er nog een hoop veranderen. We zijn er nog lang niet en het zal nog jaren duren voordat de mode-industrie op een niveau is waar we überhaupt kunnen spreken van “leefbare arbeidsomstandigheden” als norm

Als we écht verandering willen, kunnen we niet afwachten tot het systeem uit zichzelf gaat veranderen. Zolang wij onrealistisch lage prijzen blijven eisen, zullen de kledingwerkers de hoofdprijs moeten betalen. Ik vind het bizar dat dit überhaupt de standaard is. Veel mensen vind het normaal om twee tientjes voor een jeans neer te leggen om de trends te kunnen bijbenen (nogal een verschil met 50 jaar geleden, toen men veel minder kocht, trends er minder toe deden en kleding relatief veel duurder was). Vervolgens kopen ze nog twee dezelfde jeans in nét een andere kleur, want dat is “leuk voor erbij”.

Besef hoeveel macht je eigenlijk hebt als consument
Verandering begint bij onszelf. Besef hoeveel macht je eigenlijk hebt als consument. Bij elke aankoop bij een eerlijk merk support je actief hun missie met je geld. Bij elk verhaal dat je over je eerlijke item aan je omgeving vertelt, inspireer je weer mensen. Als ik twee jaar geleden niet over conscious fashion was gaan schrijven omdat ik dacht dat het toch allemaal geen zin had, had ik niet al die mensen kunnen helpen met hun reis. We hebben meer invloed dan we hebben. Laten we die dan vooral gebruiken!

 


 

Bron: Schone Kleren (1,2)
Fotocredits: The True Cost, AP / A.M. Ahad, Trusted Clothes.

 

 

______

De beste sustainable fashion inspiratie in je inbox?

Schrijf je in voor de gratis WSS newsletter en ontvang elke twee weken het laatste nieuws uit de duurzame modewereld, inspirerende merken, kritische blikken op de kledingindustrie, brand guides, kortingscodes en ander moois. Gewoon lekker makkelijk in je mailbox 🙂