Stop met eindeloos moeten combineren van jezelf – kijk ook eens naar de winning teams in je kast!
Een enorme, veelzijdige garderobe was altijd mijn ultieme droom. Want als ik die heb, zei ik tegen mezelf, dan kon ik zoveel mogelijk verschillende outfits aan. Het liefst elke dag een andere. Ook toen ik ging verduurzamen en minder ging kopen, bleef veelzijdigheid een belangrijk thema voor me. Bij alles dat ik kocht, stelde ik mezelf de vraag: kan ik hier wel eindeloos mee combineren? De laatste tijd merk ik echter dat ik steeds meer voor Winning Teams ga: gouden combinaties die altijd goed zijn en waar ik me keer op keer fantastisch in voel. Scheelt veel gedoe en maakt minstens zo gelukkig!
Ik wilde vaak verschillende outfits dragen en nieuwe combinaties maken. Ik vond het saai om elke keer naar hetzelfde spiegelbeeld te kijken en ik had de illusie dat ik interessanter was als ik vaak iets anders of nieuws droeg.
Lange tijd (misschien wel zolang ik me kan herinneren) heb ik niet graag dezelfde outfit gedragen. Ik vernieuwde graag. Ik vond het saai om altijd maar naar hetzelfde spiegelbeeld te kijken, en als ik erop terugkijk, dacht ik toch ook stiekem dat de buitenwereld me een beetje zou veroordelen als ik – fashionista! – altijd in hetzelfde zou rondlopen. “Ze zien me al aankomen in dezelfde outfit, dag in, dag uit”. Toch had ook ik natuurlijk mijn lievelingsitems, ook in mijn fast fashion tijd. Maar zodra ik merkte dat ik vaker dezelfde combinaties ging dragen, voelde ik een ongrijpbare druk in mezelf opkomen om weer nieuwe combinaties te maken. Dan wilde ik er weer wat interessanter uit zien. Alsof ik anders niet interessant zou zijn.
Dat gevoel werd alleen maar versterkt toen ik aan een duurzame garderobe ging bouwen. Niet zo gek; een duurzame garderobe is vaak wat kleiner en je wilt toch voor alle weersomstandigheden, moods en gelegenheden verschillende outfitmogelijkheden hebben. En het spelen daarmee kan heel leuk zijn, denk bijvoorbeeld aan de 10×10 challenge (waarbij je 10 kledingstukken selecteert waarmee je 10 dagen lang elke dag een andere outfit moet creëren – kijk voor voorbeelden op Naoki en Kouwe Kleren). Ik heb er vaak over nagedacht of ik ook niet zo’n challenge zou moeten doen. Helemaal nu ik bezig ben met een No Buy Challenge , waarin je zou zeggen dat creatiever combineren met wat je al hebt, waarschijnlijk belangrijker zou worden.
Ik merk dat denken in Winning Teams mij veel rust geeft.
Maar ik merk dat ik juist het tegenovergestelde doe. De laatste tijd word ik juist naar het tegenovergestelde word toegetrokken. Ik grijp steeds vaker naar mijn Winning Teams: gouden lievelingscombinaties waar ik me altijd fantastisch in voel en waar ik altijd op terug kan vallen. En hoewel de oude Sara dat doodsaai zou hebben gevonden, merkte ik dat het me juist veel rust geeft om hier bewust voor te kiezen. Ik hoef veel minder na te denken over wat ik draag en tegelijkertijd weet ik dat ik er altijd goed uitzag – bovendien maakt het me er meer van bewust wat de meest gedragen stukken(en dus de meest duurzame investeringen) in mijn kast waren. Dat brengt me veel meer dan de continue drang om oneindig te moeten combineren. Minder veelzijdig misschien, maar daarom niet minder goed! Beter zelfs, denk ik.
Laat die combineerdruk ook eens los en focus je op je Winning Teams: je gouden altijd-goed-combinaties. Minstens net zo belangrijk in een duurzame garderobe!
Dat ik zo ben gaan denken, is natuurlijk niet zo gek. Ik heb mijn kijk op mode het afgelopen jaar flink aangescherpt. Ik probeer niet meer klakkeloos te consumeren en in plaats daarvan mijn garderobe en relatie met kleding in te vullen vanuit mijn ideaal. Ik stel mezelf vaak vragen: “welke rol wil ik dat kleding speelt in mijn leven?”, “hoe belangrijk wil ik kleding maken?” en “hoe vertaalt zich dat in mijn duurzame garderobe?”. Ik besef steeds meer dat kleding voor mij altijd (pijnlijk, maar waar) een manier was om indruk te maken op mijn omgeving. Dat uitte zich in een continue honger naar nieuwe spullen en outfits om maar interessant te blijven. Altijd als ik nieuwe combinaties uitprobeerde, was dat niet omdat ik daar zelf nou zo’n enorme behoefte aan had; het was vooral om niet saai te worden gevonden door anderen. Maar als ik vijf dagen achter elkaar in mijn lievelingsjurk en lievelingsschoenen loop, heeft dat natuurlijk totaal geen invloed op wat ik als mens heb te bieden. Stel dat je elke dag dezelfde trui, jeans en enkellaarsjes draag (die fantastisch bij elkaar staan), maakt dat je dan minder interessant voor je omgeving? En stel dat het antwoord hier “ja” op is, moet je je dan niet achter je oren krabben of dat de omgeving is waar je je graag in wilt begeven? Op deze manier denken helpt mij om scherp te blijven. En, nog belangrijker, het maakt me gelukkiger.
For the record: natuurlijk is het nog steeds fantastisch om kledingstukken te hebben waar je eindeloos mee kunt combineren – en blijf dat ook vooral doen als je dat leuk vindt. Maar ik denk ook dat het soms goed is om te druk om te combineren even los te laten en gewoon lekker tevreden te zijn met een aantal combinaties waar je gewoon helemaal gek op bent. Ik word in ieder geval niet het gelukkigst van nieuwe combinaties. Ik ben het gelukkigst als ik een outfit draag waar ik me fantastisch in voel. Al is dat elke dag dezelfde.
Wat zijn jouw winning teams?