Bijna iedereen droomt wel van een perfect opgeruimde kast. En toch blijkt het in de praktijk vaak verdomde moeilijk om hem te bouwen én vol te houden. Daarom probeer ik in ieder geval twee keer per jaar een grote kastopruiming te doen, in het voorjaar en in het najaar. Dat doe ik bewust, het geeft me zoveel overzicht, ruimte en rust. Deze week ben ik weer grondig door mijn kast heen gegaan (pssst – ik verkoop veel vintage items via mijn @when_sara_smiles_flea_market account op Insta). Lees hier hoe je duurzaam je kast kunt opruimen. Hopelijk inspireert het je!

Belangrijk: neem alles mee in je kastopruiming. Ál je kledingstukken. Pas als je het complete overzicht hebt, kun je prioriteren en goed bepalen wat je wel en niet weg moet doen.

Er is niet één perfecte manier om je kast op te ruimen en ik ben geen opruimgoeroe, maar ik heb wel een manier gevonden die voor mij werkt (thanks, Marie Kondo :)). Voor mij is het een belangrijk vertrekpunt dat ik weet wat ik allemaal heb. Vaak hebben we wel een idee van wat we allemaal hebben, maar ligt er ergens achterin de kast nog een stapel oude shirtjes of een grote, vergeten doos onder je bed. Pas als het overzicht hebt van wat je allemaal hebt, kun je prioriteren, voelen hoeveel ruimte het inneemt en echt goede keuzes maken. Hoe heftig het ook klinkt, daarom is het belangrijk dat je bij een goede wardrobe clean out álles meeneemt.

Écht goed, grondig en duurzaam je kast opruimen doe je met deze 5 stappen:

1. Verzamel een complete categorie

Geloof me, waarschijnlijk heb je (veel) meer spullen dan je denkt. Toen ik drie jaar geleden mijn Closet Mass Index berekende (lees hier hoe), kwam ik er niet alleen dat ik meer kleding had dan ik dacht, maar ook dat ik best veel kledingstukken had die op elkaar leken. Confronterend, maar ook super waardevol – ik neem deze inzichten nog steeds mee als ik iets nieuws koop.

In de eerste stap verzamel je alle kledingstukken van één categorie en je legt ze bij elkaar, bijvoorbeeld op je bed. Bijvoorbeeld: al je jassen. Of ál je t-shirts, jeans, jurken, noem maar op. Het is belangrijk dat je letterlijk alle items uit een categorie pakt. Dus als je t-shirts verzamelt, verzamel je ook alle t-shirts die achterin de kast liggen te stinken, t-shirts die toevallig in de was zitten of die ergens in een doos op zolder staan. Nogmaals, pas als je weet wat je allemaal hebt (en daar de impact en ruimte van voelt), kun je goede keuzes maken wat je houdt en wat toch echt weg kan.

2. Laat alle kledingstukken door je handen heen gaan en leg ze op de KEEP, DOUBT of GO stapel

Als het goed is, heb je nu een complete categorie bij elkaar verzameld. Waarschijnlijk zie je kledingstukken liggen waarvan je niet eens meer wist dat je ze had en de kans is groot dat je toch een beetje schrikt van de stapel. Dat is precies de bedoeling 😉 Confrontatie is voor mij één van de grootste motivaties tot gedragsverandering, en ik denk dat dit voor veel mensen geldt. In stap 2 laat je letterlijk alle items op de stapel door je handen heen gaan. Je bekijkt het, voelt de stof en bepaalt welk gevoel het je geeft.

Op basis daarvan maak je drie stapels:
1. Een KEEP stapel voor alle items waar je heel enthousiast van wordt.
2. Een DOUBT stapel voor de twijfelgevallen. Denk bijvoorbeeld aan items waar je al meerdere soortgelijke van hebt, items waar je qua stijl over twijfelt, items die je al langere tijd niet hebt gedragen, waarvan je de kwaliteit niet fijn vindt, of die emotionele waarde hebben, maar je eigenlijk helemaal niet zo leuk vindt.
3. Een GO stapel voor alles dat echt weg kan. Bijvoorbeeld kledingstukken die je niet meer draagt omdat ze te oud zijn geworden, of omdat je het echt niet meer mooi vindt.

3. Ga kritisch door je DOUBT stapel heen

Waarschijnlijk zijn er best wel wat spullen op je DOUBT stapel beland. Je bent niet de enige, ik herken het. Ik kan mezelf heel gemakkelijk vertellen dat ik een item ooit écht nog wel mooi ga vinden. Of het was een flinke investering, en wegdoen voelt zonde. Of het heeft emotionele waarde omdat het van een familielid is geweest.

Ga kritisch door je DOUBT stapel heen. Écht kritisch. Vergelijk de items op deze stapel met die van je GO stapel. Zitten daar soortgelijke items tussen, waarvan je weet dat je altijd die van de GO stapel zou dragen (waardoor die van de DOUBT stapel altijd blijft liggen)? Wegdoen! Bedenk bij items met emotionele waarde hoe waardevol je voor ze zijn. Dat stiekem-best-lelijke vest van je moeder is misschien van haar geweest, maar als het bij jou achterin de kast belandt, neemt het onnodig ruimte in en het doet ook geen recht aan het item. Again, wees kritisch. Your future self will thank you for it 🙂

Herhaal dit voor elke categorie. Dat is even wat werk (ik ben er een middag mee bezig geweest), maar geloof me: je gaat zo gelukkig van worden van een rustigere, kleinere kast waarin elk item je gelukkig maakt!

4. Geef je afgedankte kleding een goed tweede leven.

Dat kan op allerlei manieren. Als net beginnende freelancer koos ik ervoor om de goede stukken te verkopen via mijn Instagramaccount @when_sara_smiles_flea_market (ik kan het gebruiken, een idealistische missie is geen vetpot :)).

Je kunt ook:
• Je kleding verkopen via Marktplaats, United Wardrobe of The Next Closet (designerkleding).
• Je kleding stappen met vrienden.
• Je kleding doneren aan een goed doel, zoals het Leger Des Heils of Sympany (van de kledingbakken op straat). Let op: tijdens de coronacrisis kunnen afvalbedrijven de bergen afgedankte textiel niet meer aan (lees het bericht hier op NOS), dus bewaar het nog even thuis tot nader bericht.

5. Ga eens goed voor je kleding zorgen.

Voor kleding die je houdt, geldt: hoe beter je het verzorgt, hoe efficiënter je jouw kast inricht en hoe opgeruimder je bent, hoe meer rust je in je hoofd zult ervaren. Opruimgoeroe Marie Kondo heeft mij daar enorm mee geholpen. De belangrijkste lessen die ik van haar leerde, lees je in dit artikel. Hopelijk helpen mijn tips je een beetje op weg. Succes!